e VITARA

Tijdens het rijden gebruikt de Suzuki Vitara twee sensoren – een monoculaire camera en een lasersensor – om dreigende aanrijdingen met voorliggers of voetgangers te detecteren. Wanneer het voertuig een potentiële aanrijding detecteert, reageert het naargelang de situatie op een van de volgende drie manieren.

De ingebouwde millimetergolfradar en monoculaire camera worden gebruikt om voertuigen, motorfietsen en voetgangers direct of diagonaal voor het voertuig te detecteren. Bij het risico op een botsing, wordt de bestuurder direct gewaarschuwd. Als de bestuurder niet hard genoeg remt, wordt de remassistent automatisch ingeschakeld om de auto af te helpen remmen. En als een botsing onvermijdelijk lijkt, remt de auto automatisch om de impact te verminderen en de schade te beperken.

Met ACC kom je frisser aan op je bestemming na een lange reis. De ACC is zelfs gekoppeld aan de ingebouwde verkeersbordherkenning, waardoor je je altijd aan de maximumsnelheid houdt. Om de ACC te activeren, druk je eenmalig op de schakelaar op het stuur. In het verkeer gebruikt het systeem millimetergolfradar en een monoculaire camera om de afstand tot de voorligger te meten, zodat je indien nodig automatisch versnelt of vertraagt om voldoende afstand te blijven houden. Als de weg vrij is, rij je precies zo snel als je reed toen je de schakelaar indrukte. (Op modellen uitgerust met AGS wordt ACC uitgeschakeld wanneer het voertuig tot stilstand komt. Op modellen met MT schakelt ACC uit bij snelheden van ongeveer 30 km/u of minder.)

Wanneer de ACC wordt geactiveerd, helpt LKA de bestuurder om in het midden van de rijstrook te blijven rijden. Bij onduidelijke rijstrookmarkeringen maakt het systeem gebruik van de koers van het voorgaande voertuig.

Tijdens het rijden, detecteert LDP de afbakening van de linkeren rechterrijstrook en voorspelt het de koers van de wagen. Als de bestuurder even minder oplet en de wagen begint af te wijken, gaat het stuur trillen of klinkt er een geluidssignaal. Als ook deze waarschuwingen niet helpen, zorgt het systeem automatisch dat de auto terugkeert naar het midden van de rijstrook door middel van stuurhulp.

Wanneer de koplampen op grootlicht staan en er tegenliggers of voorliggers zijn, of als er voldoende omgevingslicht is, schakelen de koplampen automatisch over op dimlicht. De koplampen gaan automatisch terug naar grootlicht wanneer er geen tegenliggers of voorliggers zijn of wanneer de lichtkwaliteit afneemt. (Alleen actief bij snelheden boven 40 km/u.)

Een ingebouwde camera in het dashboard houdt de ogen en het gezicht van de bestuurder nauwlettend in de gaten. Als het DMS signaleert dat je vermoeid oogt, in slaap valt of niet goed op de weg let, hoor je een alarmtoon en zie je een notificatie op het display.

Dit systeem detecteert verkeersborden met een monoculaire camera. Zo weet de boordcomputer precies wat de maximumsnelheid is en of inhalen is toegestaan. Als bestuurder blijf je eenvoudig op de hoogte van alle geldende verkeersborden door middel van icoontjes op het display. Wanneer de snelheidsbegrenzer is ingeschakeld, zorgt het systeem er automatisch voor dat je de maximumsnelheid niet overschrijdt.

De dodehoekmonitor detecteert door middel van radarsensoren in de achterbumper voertuigen die zich al in de dode hoek bevinden of deze naderen. Wanneer een voertuig wordt gedetecteerd, verschijnt er een pictogram in de buitenspiegel aan de kant van het voertuig. Als de bestuurder de richtingaanwijzer aan die kant activeert, knippert het pictogram en klinkt er een geluidssignaal.

Deze extra veiligheidsfunctie gebruikt millimetergolfradarsensoren om voertuigen die van links of rechts naderen te detecteren en te waarschuwen als je achteruit een parkeerplaats of andere locatie verlaat.

Ultrasone sensoren in de voor- en achterbumpers detecteren obstakels tijdens het parkeren en laten je met korte piepjes weten hoeveel ruimte je nog hebt.

Bij het wegrijden op een helling voorkomt Hill hold control gedurende twee seconden 􀁇􀁄􀁗􀀃 􀁇􀁈􀀃 􀁄􀁘􀁗􀁒􀀃 achteruit rolt, zodat je als bestuurder voldoende tijd hebt om het gaspedaal in te drukken.