Overslaan en naar de inhoud gaan

Wanneer mag je je vier richtingaanwijzers gebruiken?

3 minuten 10/03/2021

Attent als je bent, zet je je vier richtingaanwijzers steevast aan wanneer je je auto – om welke reden dan ook – aan de kant zet en er geen parkeervak te bespeuren is. Toch denk je maar beter twee keer na voor je dat doet, want voor je het weet heb je een (dubbele!) boete aan je been. Hoezo? Volg even mee.

Dit zegt de wegcode

Volgens de wegcode mag je de vier richtingaanwijzers alleen gebruiken in de volgende gevallen:

  • Je bestuurt een bus en moet mensen laten in- of uitstappen.
  • Je voertuig staat in panne.
  • Je bent een lading verloren op de weg.
  • Je wil andere weggebruikers wijzen op gevaar voor een ongeval.

Geen excuus voor fout parkeren

Veel chauffeurs denken dat hun vier richtingaanwijzers hen een vrijgeleide geven om, al is het maar heel even, fout te mogen parkeren. Maar niets is dus minder waar. Zo is je vier richtingaanwijzers aanzetten ook geen excuus om te laden en lossen op een plek waar het niet mag.

Plotse file? Dan mag het wel

Als je je in de staart van een file bevindt of dreigt te zullen bevinden, dan mag je je vier richtingaanwijzers wél gebruiken om het verkeer achter jou te waarschuwen.

Vier richtingaanwijzers = dubbele boete

Gebruik je je vier richtingaanwijzers wanneer het wettelijk niet mag, dan riskeer je een boete van minstens 58 euro. Sta je ondertussen ook nog eens fout geparkeerd? Dan riskeer je een dubbele boete: één voor het foutief gebruik van je vier richtingaanwijzers en één voor fout parkeren.

Toch iemand waarschuwen?

Wil je andere weggebruikers toch graag alert maken wanneer je met je auto ergens fout geparkeerd staat? Zet dan de richtingaanwijzer aan die zich het dichtst bij de rand van de weg bevindt (in de praktijk dus meestal de rechteraanwijzer), want dat mag wel.

Deel deze pagina